Stroomversnelling

6 juni 2016

In 2015 is project ‘stroomversnelling’ van de gelijknamige vereniging als pilot van start gegaan. Het project beoogt in snel tempo een groot aantal woningen te renoveren tot Nul-op-de-Meter woningen. Een nul-op-de-meter renovatie garandeert niet alleen grote stappen op het gebied van energiebesparing, maar ook een gezond en comfortabel binnenmilieu. In 2016 is een tweede fase begonnen. De Zoogdiervereniging juicht duurzaam renoveren toe. Zij volgt het project echter ook kritisch vanwege de mogelijke impact op de gebouwbewonende zoogdieren zoals vleermuizen en steenmarters.

Vanwege de mogelijk negatieve effecten op vleermuizen, steenmarters en vogels zijn in 2015 een aantal experimentele ontheffingen verleend. De Zoogdiervereniging was van mening dat de onderbouwingen van de ontheffingen, de aanpak en de maatregelen onder de maat waren en heeft daarom bezwaar aangetekend (zie ook http://www.zoogdiervereniging.nl/node/1982). Daarop is een proces gestart waarbij vleermuisexperts van de Zoogdiervereniging en andere organisaties, samen met de initiatiefnemers, de maatregelen en aanpak voor renovaties doorgenomen hebben en verschillende voorstellen hebben gedaan ter aanscherping van de maatregelen en aanpak. Mede op basis daarvan zijn de ontheffingen opnieuw aangevraagd en verleend in 2016. De Zoogdiervereniging heeft daarop geen bezwaar gemaakt maar blijft het proces wel kritisch volgen.

In het totaal gaat het uiteindelijk om 111.000 woningen die gerenoveerd worden binnen Stroomversnelling. Waarbij in 2016 het doel is gesteld op 6.000 woningen. De aantallen kunnen hoger worden als de aanpak goed verloopt. De aanpak die de Vereniging Stroomversnelling voorstaat, bestaat uit het realiseren van een totaal nieuwe schil rondom een bestaand huis. In deze nieuwe schil worden voorzieningen aangebracht voor vleermuizen en vogels.

Omdat de ontheffingen binnen Stroomversnelling er van uit gaan dat er juist veel meer voorzieningen worden getroffen ten opzichte van de huidige ‘voorzieningen’ of gebruikte verblijfplaatsen voor de beschermde dieren, zal er geen afbreuk aan de Gunstige Staat van Instandhouding van de soorten plaatsvinden. Binnen het plangebied komen er meer verblijfplaatsen tot beschikking. Anders dan bij reguliere ontheffingen wordt een voorbereidend veldonderzoek dan ook niet noodzakelijk geacht.

In de ogen van de Zoogdiervereniging is een dergelijke aanpak waarbij een overdaad van voorzieningen standaard wordt getroffen toe te juichen. Er moet dan wel ook echt sprake zijn van een overdaad aan voorzieningen, om te zorgen dat deze aanpak effectief is en het aantal slachtoffers tot een minimum te worden teruggedrongen. Afstemming van functie voor de soort vleermuis en type voorziening dient in orde te zijn, zeker op locaties waar bijzondere vleermuizen zoals bijvoorbeeld meervleermuis of baardvleermuis aanwezig (kunnen) zijn. Monitoring, een gedegen ecologisch werkprotocol en een zorgvuldige uitvoering zijn dan ook noodzakelijk.

Hulp gevraagd

Omdat de woningen waar het om gaat verspreid in heel Nederland staan, en het aantal locaties ook groot is, vraagt de Zoogdiervereniging haar werkgroepen en leden om de voortgang en uitvoering van de projecten in het kader van Stroomversnelling te volgen. Zo kunnen we samen volgen of de uitvoering zorgvuldig en conform ontheffing wordt uitgevoerd. Op de website van de Vleermuiswerkgroep Nederland (VLEN) is meer informatie te vinden. Daar staan ook de locaties vermeld, links naar de ontheffingen en de voorwaarden en hoe je kunt bijdragen aan een zorgvuldige uitvoering van dit grootschalige project.
De Zoogdiervereniging blijft ondertussen in gesprek met de Vereniging Stroomversnelling om een vinger aan de pols te houden, indien nodig om aan de bel te trekken en om mee te zoeken naar praktische oplossingen die goed zijn voor mens, klimaat en dier. Zo kunnen we allen samen bijdragen aan een betere bescherming van vleermuizen en duurzaam, klimaatvriendelijk renoveren.


Gewone dwergvleermuis  (foto: Wesley Overman).