De wasbeer en soortspecifieke meldpunten
Sinds het begin van de 20e eeuw is de wasbeer (Procyon lotor) vanuit Noord-Amerika geïntroduceerd in Europa. Sinds de eerste introducties in Duitsland verspreidt de soort zich door heel Europa, mede door opzettelijke en onopzettelijke introducties in andere landen. De wasbeer wordt sinds 1960 ook in Nederland waargenomen, met een duidelijk zwaartepunt in Limburg. Het blijft echt er een relatief schaarse soort. Net als andere exotische zoogdieren is ook de wasbeer in de eerste fase van verschijnen moeilijk te monitoren door de lage dichtheden en de voornamelijk nachtelijke leefwijze. Sinds 2019 probeert de zoogdiervereniging beter zicht te krijgen op de Nederlandse populatie door middel van het lanceren van het wasberenmeldpunt wat is opgezet in samenwerking met de Provincie Limburg en de Nationale Databank Flora en Fauna. Ondertussen is de waarde van het meldpunt goed te merken, omdat het veel meer waarnemingen oplevert dan het NEM Meetprogramma Exoten en websites als Telmee.nl en Waarneming.nl.
De wasbeer
Wasberen zijn opportunistische, omnivore roofdieren met een nachtelijke leefwijze. Volwassen dieren worden rond de 60cm lang met een gewicht tot 12kg. Ze vervullen een vergelijkbare rol in het ecosysteem als inheemse soorten als vos, das en boom-/steenmarter. Het voorkeurshabitat in natuurlijke omgeving is loof- en gemengd bos in de buurt van water. Echter deze zeer adaptieve soort heeft zich ook aangepast aan leven in de buurt van mensen. In stedelijk gebied is de soort zo succesvol dat de dichtheden hier meer dan tienvoud hoger kunnen liggen dan in bosgebieden. In bosgebieden worden dichtheden waargenomen tot acht individuen/km2, op het platteland vijf individuen/km2 maar in steden en dorpen kunnen de dichtheden oplopen tot honderd individuen/km2. In steden en dorpen benutten wasberen voornamelijk voedsel afkomstig van mensen (vuilniszakken, GFT-bakken, composthopen, etc.), in een meer natuurlijke omgeving is het dieet zeer divers en verschilt het sterk afhankelijk van de omgeving en het aanbod. In Noord-Amerika staan ze bekend als nestrovers van grondbroedende vogels, maar ook planten, insecten, amfibieën, reptielen, kleine zoogdieren en vogels staan op het menu. Het voortplantingsseizoen begint vroeg in het jaar en loopt door tot eind augustus. Per vrouwtje worden ca. 3-5 jongen geboren. Na vier maanden zijn de jongen zelfstandig, de vrouwtjes vormen vaak samen met de moeder een sociale groep en de mannetjes vertrekken nadat ze geslachtsrijp zijn. Deze jonge mannetjes kunnen honderden kilometers afleggen tijdens hun zoektocht naar een eigen territorium en kunnen hierdoor snel nieuwe gebieden koloniseren.
Introductie in Europa
De wasbeer is voor het eerst Europa binnengekomen door uitzettingen in de periode 1934-1940 in centraal, noord en oost Duitsland. De eerste introducties in het wild waren onder andere geplande acties van de Pruisische jachtautoriteiten om de fauna rondom de Edersee te verrijken. Hierna volgde een gestage uitbreiding vanuit deze bronpopulaties, maar ook in andere landen werden wasberen met opzet vrijgelaten als jachtwild en ontsnapten er dieren uit aanwezige pelsboerderijen. De eerste decennia na introductie kwam de wasbeer voornamelijk in lage dichtheden voor, echter in de periode tussen 1995 en 2015 is in Duitsland de populatie enorm in omvang toegenomen, wat is af te leiden uit de afschotcijfers. In de periode 1995/96 werden gemiddeld 100 wasberen geschoten per jachtlicentie wat toenam tot 3400 (!) in 2015/16. Dit soort vertraagde exponentiele populatiegroei wordt vaker waargenomen bij geïntroduceerde (exotische) zoogdierpopulaties. Het gevolg van dit, vooralsnog slecht verklaarbare fenomeen, is dat een soort zich in de eerste decennia na introductie ongezien verspreidt, in lage dichtheden aanwezig is, waarna ‘opeens’ een explosieve exponentiele groei optreedt. Hierdoor lijkt een populatie gedurende een lange tijd ‘onder controle’, tot de exponentiele groei inzet. In deze exponentiële groeifase blijkt het vaak erg lastig om de groei te remmen met maatregelen.
Tweede Europese wasbeer colloquium
In april 2024 heeft in Italië het tweede Europese wasbeer colloquium plaatsgevonden. Hierbij zijn experts vanuit heel Europa samengekomen om kennis en ervaringen te delen met betrekking tot het omgaan met wasberen als invasieve exoot. De meeting is als volgt samen te vatten. Er zijn relatief weinig studies die een negatief effect van wasbeer op inheemse diersoorten laten zien. Met de huidige aantallen en dichtheden lijkt de impact van wasberen op meer algemene soorten beperkt door het zeer gevarieerde dieet, waardoor de kans klein is dat een specifieke prooisoort sterk wordt beïnvloed. Echter verschillende dieetstudies laten ook zien dat lokale wasbeerpopulaties zich tijdelijk kunnen specialiseren op een specifieke prooisoort. Bij hoge wasbeerdichtheden kan dit leiden tot het lokaal uitsterven van zeldzame soorten, met name watergebonden soorten met gefragmenteerde populaties zoals kreeftachtigen en amfibieën zijn hier gevoelig voor.
De verspreiding van zoönosen als wasberenspoelworm door wasbeer lijkt beperkt in Europa. Het grootste effect van wasberen als invasieve exoot blijft het conflict met mensen in stedelijk gebied. Door de hoge dichtheden die de soort op deze plekken kan bereiken kan de overlast groot zijn.
Uit diverse studies blijkt ook dat het zeer lastig is om wasbeerpopulaties in de exponentiele groei fase compleet te verwijderen. Dit is enkel gelukt bij een geïsoleerde populaties in Italië en Frankrijk, terwijl op andere locaties populaties aanwezig blijven of zelfs groeien. Vooralsnog zijn er nog geen populatiemodellen beschikbaar om vast te stellen welke beheerinspanning nodig is om een populatie te verminderen of eventueel zelfs uit te roeien. Vroeg ingrijpen, voordat de populatie de exponentiele groeifase kan bereiken, is waarschijnlijk de meest effectieve methode van beheersing.
Wasberen in Nederland
De wasbeer is in 1960 voor het eerst in Nederland waargenomen. Ook hier bleef het net als in Duitsland lang bij schaarse waarnemingen gedurende de eerste decennia. Sinds omtrent 2015 is er in Limburg sprake van populatievorming, met een zwaartepunt rondom Maastricht en Sittard. De Sittardse populatie bleek na genetisch onderzoek voort te komen uit een lokale introductie, waar eerder werd aangenomen dat alle wasberen uit Duitse of Belgische populaties vandaan kwamen. De wasberen rondom Maastricht en in het Geuldal lijken overigens wel van Belgische origine, al moet dat nog wel genetisch worden bevestigd.
Globaal verspreidt de wasbeer zich vanuit het zuidoosten van Nederland richting het noordwesten. Er zijn tegenwoordig waarnemingen bekend uit alle provincies, naast Limburg worden de meeste waarnemingen gedaan in Noord-Brabant, Gelderland, Drenthe en Overijssel. Dit is ook te zien in de geografische verspreiding van de waarnemingen uit het wasberenmeldpunt.
Soortspecifieke meldpunten
Sinds het lanceren van het wasberenmeldpunt in 2019 zijn er 887 meldingen binnengekomen. Het meldpunt bestaat uit een eenvoudig invulformulier dat voor iedereen toegankelijk is zonder eerst een account aan te hoeven maken. Binnengekomen meldingen worden door de Zoogdiervereniging gevalideerd. De meldingen worden beoordeeld en ingedeeld in een van 5 categorieën: niet te beoordelen, onjuist, mogelijk, waarschijnlijk of zeker. De categorie zeker is gereserveerd voor waarnemingen waarbij bewijsmateriaal wordt geleverd, echter veel waarnemers lukt het niet om een foto of filmpje te maken. Bij deze gevallen wordt aan de hand van de beschrijving van de waarneming een inschatting gemaakt in welke categorie een waarneming valt. Na deze validatie bleven er 498 zekere en waarschijnlijke waarnemingen over, de verspreiding van deze waarnemingen per provincie is te zien in onderstaand figuur.
Ter vergelijking: bij waarneming.nl zijn in dezelfde periode (2019-2024) 154 goedgekeurde waarnemingen binnengekomen. De toegevoegde waarde van het meldpunt zit vermoedelijk in het aanspreken van een nieuwe groep waarnemers die niet actief zijn op een digitaal platform voor natuurwaarnemingen. Het meldpunt is soortspecifiek, waardoor de website snel wordt gevonden wanneer iemand op wasbeer zoekt in een zoekmachine, en laagdrempelig genoeg om snel een melding te kunnen doen. Hierdoor wordt een grote groep ‘nieuwe’ waarnemers bereikt en is er een actueel beeld van de aanwezigheid van wasberen in Nederland.
Wil jij ook een exotisch zoogdier melden? Bezoek dan een van onze meldpunten: wasberenmeldpunt, meldpunt exotische eekhoorns, muntjakmeldpunt.
Nieuwsbrief 'Kijk op Exoten'
Dit artikel is verschenen in de nieuwsbrief Kijk op Exoten. Meld je aan om vier keer per jaar deze nieuwsbrief te ontvangen of bekijk hier eerder verschenen nummers.
Tekst: Vincent Elders (Zoogdiervereniging)
Foto: Wikimedia Commons
Figuren: Stope; NDFF/Zoogdiervereniging